Na de slag in het
Skagerrak (Battle of Jutland) op 31 mei 1916, waarvoor zowel Duitsland
als Engeland de overwinning opeisten, kwam de Duitse oorlogsvloot
nauwelijks nog in actie. De vloot lag werkeloos in de havens
van Kiel en Wilhelmshaven.
Desondanks heersten er oorlogsomstandigheden aan boord en de diensten moesten derhalve onder een oorlogsregime
worden uitgevoerd. De stokers moesten ervoor zorgen dat de ketels op
stoom bleven en de exercities en het drillen gingen gewoon door. |
De officieren, voor wie een "mens" pas begon bij de rang van luitenant, wisten feitelijk met hun tijd geen raad. Zij hoorden aan het front te vechten voor hun vaderland en niet stil te liggen in een thuishaven. Hun ergernis over deze situatie reageerden zij af op de bemanning! Samen met de slechte voedselvoorziening en de spartaanse wijze waarop de bemanning aan boord was gehuisvest, leidde dit al in de zomer van 1917 tot verschillende vormen van muiterij. Een aantal "socialistische oproerkraaiers" werd gevangen genomen op 2 augustus 1917. Door de krijgsraad van het 4e eskader werden zware tuchthuisstraffen opgelegd. Vijf matrozen werden ter dood veroordeeld op 26 augustus 1917. Drie van hen kregen gratie. De doodstraf werd alleen voltrokken aan: |
1. Matroos 1e klas Max Reichpietsch, 23 jaar, van het
schip "Friedrich der Grosse" |
|
Hierdoor scheen de rust te
zijn hersteld. Maar er was maar weinig veranderd! Maatregelen die tot
verbetering van de situatie hadden kunnen en moeten leiden, werden
slechts ten dele of helemaal niet doorgevoerd. En zo "broedde"
het ondergronds verder. Uiteindelijk leidden deze onlustgevoelens tot
een nieuwe uitbraak eind oktober 1918. |
De morrende bemanningsleden zagen dit bevel als een "zelfmoordopdracht" en reeds op 27 oktober kwamen de eerste aanwijzingen voor de wat later uitbrekende onlusten. Een deel van de bemanning van de in de haven liggende kruisers "Derfflinger", "von der Tann" en "Strassburg" keerde niet terug aan boord en op een aantal schepen waaronder de "Thüringen" werden de bevelen niet meer opgevolgd! |
|
Stokers in de |
De stokers doofden
de vuren en de officieren werden ontwapend en gevangengezet. |
Op 1 november 1918 werd een detachement mariniers ingescheept op schepen van het 4e Torpedoboot flottielje. Deze schepen enterden de "Thuringen". Binnen schootsafstand lag de onderzeeboot U 135 klaar om in te grijpen. De muiters gaven op. Van de "Thüringen" werden 350 en van de "Helgoland" 150 bemanningsleden afgevoerd en in Wilhelmshaven/Rüstringen gevangengezet. |
|
![]() |
Home |
Site Map |